5: wat voegen je zintuigen toe?
5: wat voegen je zintuigen toe?
Taal is een van de belangrijkste manieren waarmee we ons uiten en communiceren. Toch blijkt taal niet altijd toereikend in complexe situaties of kan de interpretatie van woorden ervoor zorgen dat je elkaar anders begrijpt. Dat is een van de redenen waarom ik graag voedsel, geur en zintuigen inzet om verbindingen te leggen, essenties op een andere manier over te brengen en mensen op een dieper niveau te laten voelen en ervaren wat bepaalde woorden of uitspraken ook kunnen betekenen.
Om dit in het ‘verzorgingshuis’ van mijn werkperiode in Eindhoven ook te kunnen realiseren ga ik verschillende samenwerkingen aan. Een daarvan is met de geestelijk verzorger van het huis. Samen voeren we op de afdeling waar mensen met psychische problemen wonen een zintuiglijk gesprek over verbinding, om ruimte te creëren na een aanvaring in de groep. Ik breng de netwerkeditie van de verbindingsglazen mee met verschillende siropen: witte gember, paarse lavendel en gele spicy mango. We ruiken en kiezen, zonder de naam te weten, de geur & kleur van onze voorkeur. Het netwerk bestaat uit een ring waarbij ieder kan kiezen om zijn of haar glas, dat voorzien was van een gehaakt voetje van rolladetouw met daaraan een koord en een clip, aan te haken en zo verbinding met de anderen te maken, samen te proosten en te drinken. Sommige koorden zijn langer dan anderen wat maakt dat die mensen meer vrijheid hebben in het drinken zonder de anderen uit hun wankel evenwicht te halen. Van de mensen met de kortste koordjes wordt alertheid en meer zorg voor de ander verwacht. Dit levert verrassende én spannende momenten op. Uiteindelijk doen we het met elkaar en wordt er na wat oefenen en aanpassen genoten van het gezamenlijke moment. Een mevrouw wil haar vrijheid behouden en haakt niet bij de ring aan. Ze vertelt dat ze moeite heeft met het vertrouwen en liever wat op zichzelf blijft. Verderop in het gesprek legt ze wel een eigenhandige verbinding door haar koord vast te knopen aan dat van een buurman met wie ze het goed kan vinden. Hij maakt zich los uit het groepsnetwerk en gaat de verbinding met haar aan. Het is een mooi moment dat door iedereen gevoeld en begrepen wordt.
Het zoet dat letterlijk nog in onze mond zit ervaren we ook in de levens van de mensen.
Met de geestelijk verzorger hou ik ook een Buurttafelgesprek met als uitgangspunt een vraag van bewoners: hoe word je niet bitter in relaties? Dat is een pittig onderwerp waar je ook graag wat lucht in wilt. Dus besluit ik drie eetervaringen aan het gesprek toe te voegen lopend van zoet, via bitterzoet naar bitter. Telkens ruiken en proeven we samen om daarna onze ervaringen op dit gebied te delen. Na een serie van kleine amusesuikerspinnen met de smaken advocaat, kokos en bessen volgen mooi vertelde ‘zoete’ verhalen over diepe liefdes, een niet-verwacht-maar-toch-gekregen kind en de ongegronde angst voor de relatie met een nieuwe specialist die losgelaten kan worden. Het zoet dat letterlijk nog in onze mond zit ervaren we ook in de levens van de mensen. Het bitterzoete element is een harde, puntige amandelbrok, met lichte rooksmaak. Dit brengt het verhaal naar voren van een vrouw die haar man verliest op de dag van zijn pensionering, terwijl ze op het punt staan om samen voor langere tijd te gaan reizen. Na het bittere van het verlies waar zij een aantal jaren voor nodig heeft om zich doorheen te bijten, ontdekt ze dat er veel mensen zijn die iets soortgelijks hebben meegemaakt, waardoor ze elkaar kunnen steunen en samen nieuwe veerkracht vinden. De bittere ervaring wordt gedeeld na het proeven van een eetbaar parfum van knoflook. Een intense en gecomprimeerde smaakexplosie die niet als aangenaam wordt ervaren. Een man vertelt over zijn verhuizing naar het ‘verzorgingshuis’, tot zijn grote spijt. Hij kan maar niet wennen en wordt boos uit onmacht omdat hij niet weet hoe hij met zijn dementerende vrouw moet omgaan. Zijn pijn is voelbaar en hij krijg steun van de anderen. Ook krijgt hij de belofte om op een later tijdstip hier samen verder over te praten.
Als laatste een voorbeeld van hoe de inzet van zintuigen het contact positief kan beïnvloeden op de afdeling waar mensen met dementie wonen. Hierin werkte ik samen met hun activiteitenbegeleider. Een van de deelnemers is een mevrouw uit een ver en vreemd land die door haar dementie alle contact met de Nederlandse taal verloren heeft. En niemand spreekt helaas haar taal. Ze blijkt wel een passie voor geurig voedsel te hebben. We ‘communiceren’ via oogcontact en body language. Ze ruikt aan verschillende cocktailsiropen en kiest spicy mango. Nadat ze geproefd heeft gaat ze helemaal ‘aan’: haar lichaam straalt en er komt een groot vertrouwen uit voort om alles wat daarna komt, van gekruid popcorn, kwarteleitjes met dukkah, tot kaasarmbandjes met een mosterdinjectie meteen in haar mond te stoppen en er enorm van te genieten. Ook van de geur van het eetbare rozenparfum kan ze geen genoeg krijgen. Wanneer ik suggereer dat ze het van haar hand kan aflikken en zo kan proeven kijkt ze me uiterst verbaasd aan (het parfum komt ook uit een echte verstuiver!). Nadat ik het op mijn eigen hand heb voorgedaan verdwijnt de verbazing en volgt ze. En opnieuw is haar gezicht één stralende glimlach. Als afscheid kust ze de hand van de activiteitenbegeleider en aait die van mij…
foto’s: Sandra Schouten
Wederom een mooi verhaal.