6: kan ik me hier thuis voelen?
6: kan ik me hier thuis voelen?
Geregeld denk ik hierover na, tijdens het onderzoek dat ik doe naar het THUISGEVOEL van de bewoners in ‘verzorgingshuis’ Wilgenhof. En wat heb ik hier dan voor nodig? Je THUIS voelen begint bij je fysieke omgeving. Het huis ken ik inmiddels goed genoeg om er niet meer te verdwalen. De vertrouwdheid met het gebouw, haar kuren en de mensen die er wonen en werken helpen me mijn plek te vinden, om in te kunnen voegen in het grotere geheel.
Mijn mobiele atelier is fijn overzichtelijk, sluit wat inrichting betreft aan bij mijn eigen stijl: veel sober hout, maar ook een ongewone tafel met een plastic sticker in de vorm van een Perzisch tapijt als ‘kleedje’. Lekker kitsch! Ik krijg er twee knaloranje, weer hip geworden, plantjes bij van vroeger en een serie witte, zwarte en oranje stoelen in verschillende gradaties van comfortabelheid. Een klein grijs geschilderd tafeltje voor buiten, met een serie witte Aloha parasols om niet weg te smelten (en waardoor sommige mensen denken dat ik heerlijk aan het uitrusten ben…..). Daardoor kan ik hier goed werken.
Maar het meest geniet ik van de mensen, als ze laten zien wie ze echt zijn, kwetsbaar, vol verwachting en met ontroering.
Mijn logeerkamer daarentegen is de anonimiteit zelf. Alles is bruin en beige. Erger kan bijna niet. Het laat mijn energie verdwijnen en zorgt daardoor ook niet echt voor ontspanning of een THUISGEVOEL. Het enige niet neutrale in de kamer is een reproductie van Matisse. De kamer is vooral praktisch en erop ingericht dat je ‘snel’ weer weggaat. Het moet niet te geriefelijk worden…. Zo is mijn bed hard en van plastic, waardoor het niet ademt. Het kussen synthetisch (het moet gewassen kunnen worden!) en niet geschikt om mee op je buik te kunnen slapen zonder nekpijn op te lopen. Ik heb een goed werkende tv (verrassing!) maar geen bedlampje en daar in de buurt ook geen stopcontact zodat ik niets zelf kan fabriceren. De vloerbedekking vertoont serieuze vlekken van mijn voorgangers. De klok in mijn kamer is stuk, maar gelukkig ‘woon’ ik tegenover de kerk zodat ik altijd kan zien hoe laat het is. Mijn badkamer is ingericht op mensen die hier tijdelijk moeten herstellen van bijvoorbeeld een valpartij of ziekenhuisopname en heeft dus een invalidentoilet en beugels. Ik heb een magnetron maar geen inductie om op te kunnen koken, dus heb ik stiekem een elektrisch kookplaatje in de hoek op de grond geïnstalleerd (net buiten het bereik van de brandmelders) om een ei te kunnen koken, soep op te warmen of brood te kunnen roosteren. Het lastigste vind ik de felle lamp in het ‘keuken’ gedeelte, die aangaat op beweging. En dan 20 minuten blijft branden als je allang weer uit de buurt bent. Ook ’s nachts, als je gaat plassen. Het is alsof je in de gaten wordt gehouden….
Dus ben ik zo min mogelijk op die kamer. Alleen als ik echt moe ben. En om in te kunnen voegen in het ritme van het huis. Want als je tussen 23 en 06 uur niet slaapt, merk je dat meteen. Boven mij huist de afdeling met mensen met dementie en die maken al vroeg allerlei roerige geluiden, met schuivende tafels en stoelen, rollende bowlingballen en….
Mijn vrijheid zit in kleine dingen: dat ik een fiets te leen heb gekregen waarmee ik een geweldige tocht door Eindhoven maak in het aangename gezelschap van een bewoner op haar scootmobiel en haar kleindochter. Alle hoeken en gaten van de stad laten ze me zien. De ritjes naar de plaatselijke supermarkt. Het plukken van madeliefjes in het grote, groene stadspark vlakbij. Of ’s avonds in stilte nog even werken in de koele hal. De bibliotheek doorsnuffelen (je kunt een boek meenemen in ruil voor een boek die je zelf inbrengt). Zelfs het wegbrengen van de vuilnis geeft een bijna thuiservaring.
Maar het meest geniet ik van de mensen, als ze laten zien wie ze echt zijn, kwetsbaar, vol verwachting en met ontroering. Als ik ’s morgens voor half 12 al aan een likeurtje met slagroom zit te luisteren naar verhalen uit de lingeriewinkel, als ik een oude dame met een evenwichtsstoornis nog een keer zie dansen met een vrijwilliger die haar onder haar oksels vasthoudt zodat ze zich ook echt over durft te geven, als ik met een andere dame praat over de houdbaarheid van het leven en ze toen ze mijn leeftijd had niet verwachtte ooit zo oud te worden, over het verliezen van partners, kinderen, huizen en levens, over het vinden van lotgenoten, de drive om door te gaan, de liefde voor de stad, je lichaam die niet doet wat jij wilt, een onverwacht glas wijn samen op het terras of de ongevraagde onverwachte hulp bij het maken van de hapjes voor de openingsborrel.
Op die momenten weet ik dat ik hier – tijdelijk – thuis ben. Het gevoel zit voor mij altijd in de mensen en de diepe verbondenheid die je met elkaar kan ervaren. Dan springt mijn hart weer open.
foto’s: Sandra Schouten
Deze ‘aflevering’ van de blogs vind ik heel ontroerend.
Daarnaast is het ook goed/leerzaam om te lezen hoe de slaapkamer eruit ziet en hoe het daar voelt en de foto van de vlekken vind ik hilarisch! Het is een genot om deze blogs te lezen!