7: wie gaat er over mijn eten?
7: wie gaat er over mijn eten?
Eten roept altijd emoties op, of je iets nu lekker vindt of niet. Eten speelt ook een belangrijke rol in je ergens THUIS voelen. Geur en smaak zijn verbonden met je verleden, waardoor je je vertrouwd en veilig kan voelen. Als je voor je eten (deels) afhankelijk bent van anderen dan is dat een spannende relatie. Zeker als je niet veel alternatieven hebt. Dan ben je kwetsbaar. Hoe kom en blijf je met elkaar in gesprek over je voedsel en de eetomstandigheden?
Omdat niemand een vaste plek heeft in het restaurant van het ‘verzorgingshuis’ waar ik een tijd woon en werk, maar iedereen toch bijna elke avond op dezelfde stoel zit, omdat in september het restaurant verplaatst en verbouwd wordt en ook het menu wordt aangepast lijkt het een geschikt moment om, vooruitlopend op de nieuwe situatie, iets ongewoons te doen. We veranderen één avond het hele restaurant door een lange, organische tafel met zijarmen te creëren, zodat iedereen met elkaar verbonden is en op een andere plek zit. Om te onderzoeken wat er dan met (vaste) bezoekers gebeurt, zodat we kunnen leren wat voor aanpassingen in de toekomst gezond zijn, of we de huidige vaste patronen verantwoord kunnen doorbreken en om te ontdekken wat we vooral niet moeten doen. Dat is een spannend avontuur. Voor alle betrokkenen. En om het plan een serieuze kans van slagen te geven besluiten we om de uitvoering een verrassing te laten zijn, zodat bewoners niet bewust wegblijven en we zoveel mogelijk reacties recht uit hun hart kunnen ontvangen.
Wat mij het meest raakt is de emotionele betrokkenheid van de bewoners bij hun eten.
Om de gasten in het restaurant tegemoet te komen in hun mogelijk ongemak besluiten we ook om de maaltijd aan te passen, zodat er meer te kiezen valt én om daar een serie opvallende amuses en dessertijsjes aan toe te voegen. Om zo de betrokkenheid en het plezier van de bewoners te vergroten en ook ruimte te maken voor schoonheid, vervreemding en humor in en tijdens het eten.
Samen met twee bewoners (die geheimhouding hebben gezworen), één van de koks en de horecacoördinator maken we hartige gazpacho ijsjes en zoete ijsjes van mango, limoen en kokosmelk. De sfeer in de keuken is goed: er is veel openheid en humor. De dames werken ondanks hun handicaps, een longontsteking en heftige rugpijn, hard en met veel plezier. Het ‘ingelijfd’ worden in de keukenploeg met bijpassende schorten en toetreden tot het domein waar normaal geen bewoner mag komen doet veel met hen. Ze zijn trots op wat we gemaakt hebben en bieden ook hun diensten aan voor volgende speciale acties. Hoe mooi is het als je regelmatig zou kunnen samenwerken in het bereiden van het eten? Zodat ook de inbreng van de bewoners in hun voedsel op verschillende niveaus zichtbaar en ervaarbaar wordt?
Zelf maak ik nog een geheime amuse: een klein, eetbaar vogelnestje van kataifideeg dat gevuld wordt met een groene pesto en een kwarteleitje, als teken van een nieuw begin. Want daar hoop ik op voor het restaurant. Dat het na de verbouwing een open ontmoetingsplek kan worden, waar iedereen zich thuis voelt, of je er nu vaak komt of alleen voor speciale momenten. En dat de gastvrouwen en -heren hier een actieve rol in gaan spelen.
De avond zelf besluiten we om mensen persoonlijk naar hun zitplek te begeleiden en het eten voor iedereen aan tafel te serveren om meer rust te kunnen waarborgen en ook meer aandacht voor het eten en de gesprekken met elkaar. Zoals verwacht roept de nieuwe inrichting en tafelsetting veel emoties op. Gelukkig loopt er niemand weg en wil iedereen – na de nodige uitleg – het eenmalige avontuur aan. Doordat je mag zitten waar je wil ontstaan er geslaagde nieuwe combinaties van bewoners die elkaar ontdekken, maar is er ook onrust, gemopper en angst zichtbaar: wat is letterlijk mijn plaats in het geheel?
De organische tafel ziet er prachtig uit (we hebben gedekt met het mooiste dat we in huis hebben). Omdat het nieuw is blijken veel mensen voorin te gaan zitten, dicht bij de uitgang, wat de doorgang voor anderen, met een rollator of rolstoel, bemoeilijkt. Ook blijkt dat wat wij voor een speciale plek hadden aangezien, door iemand in een rolstoel heel anders beleefd wordt. Het geeft soms zelfs een opgesloten gevoel. Onze keus om mensen vrijheid te willen geven in het bepalen van hun plek zorgt dus uiteindelijk, als er niet zoveel meer te kiezen valt, voor onvrijheid. En voor het gevoel bij sommige bewoners dat zij een slechte plek hebben (gekregen) en zich er daardoor niet bij voelen horen. Iets dat heel erg is en wat we nu juist wilden voorkomen. We gaan in gesprek en zeggen eerlijk dat wij ook niet alles weten maar dat als je nooit iets probeert je ook niets leert en wij nu in elk geval geleerd hebben dat het zo niet moet en dat we snappen dat een kleine verandering al een grote persoonlijke betekenis kan hebben.
Buiten de zitconstructie wordt het eten, de extra amuses, ijsjes en grotere verschillen in het keuzemenu, overwegend als positief ervaren. Er zijn stukken aan de tafel waar mensen het heel gezellig hebben en er zijn stukken waar ongelukkige mensen de overhand krijgen. Sfeer is iets waar je elkaar in aan kunt steken, zowel positief als negatief.
Wat mij het meest raakt is de emotionele betrokkenheid van de bewoners bij hun eten en de moeite die ze doen, tot laat na het diner, om ons duidelijk te maken wat bepaalde keuzes met hen doen. Ik ben trots dat ze zich zo uitspreken en hun kwetsbaarheid laten zien. Daardoor wordt het ons ook duidelijk welke belangen er spelen en groeien ze in de richting van een gelijkwaardig gesprekspartner. En kunnen wij ons beter in hun perspectief verplaatsen.
De volgende dag organiseer ik samen met de horecacoördinator een spreekuur waar mensen terecht kunnen met hun vragen over de toekomstige veranderingen in het restaurant, wensen voor het nieuwe menu en andere zaken die rondom de maaltijd spelen. Ook hier blijkt een enorme behoefte aan te zijn. Het uur dat we gepland hebben loopt makkelijk een half uur uit en dan zijn er nog mensen die graag aan willen schuiven. Gelukkig komt er een vervolg op…
Mooi is dat ik uiteindelijk door een meneer wordt aangehouden die zijn complimenten over het ongewone diner wil maken. Hij heeft genoten, en dat kwam ook door zijn tafelgenoten. Dus vraagt hij of de gastheren en –vrouwen hier ook in de toekomst zorg voor willen dragen, door als ze zien dat er maar één of twee mensen aan een tafel zitten te informeren of bewoners mogelijk bij elkaar aan zouden willen schuiven om samen te eten. Zo zou het restaurant van de toekomst er dus uit kunnen zien…
foto’s: Jos van der Hijden, Sandra Schouten
Leuk om de bewoners mee te laten werken in de keuken! En om de vogelnestjes weer te zien
Mooi dat een meneer je (jullie) complimenteerde met het ongewone diner. Wat ook kwam door zijn tafelgenoten. Een mooie suggestie van hem om te vragen of de gastheren en –vrouwen in de toekomst willen informeren of bewoners (als ze alleen of met zijn tweeën aan een tafel zitten) mogelijk bij elkaar aan zouden willen schuiven om samen te eten. Dit werd dus door hem in elk geval zeer gewaardeerd!